Spellingtest

 

1. 
Tussenletters

Wat is de juiste spelling?

2. 
Voltooid deelwoord of persoonsvorm?

 Betaalt hij de rekening?

3. 
Werkwoordspelling - oorlogstaal

Oekraïense guerrilla frustreer.. Russen.
Wat is de juiste spelling?

4. 
Tekens bij letters

Wat is de juiste spelling?

5. 
Voltooid deelwoord of persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Hoe moet het werkwoord geschreven worden?
Dat gebeur.. (gebeuren) nog maar zelden.

6. 
Engelse werkwoorden

Selecteer de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.
Mijn vriendin ap..(appen) mij dagelijks.

7. 
Spelling - meervouden

Wat is het juiste meervoud van penalty?

8. 
Tussenletters

Wat is de juiste spelling?

9. 
Leestekens

 In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

10. 
Hoofdletters

Wat is de juiste spelling van NAVO?

Leestekens

Zie ook: CambiumNed

 

1. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

2. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

3. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

4. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

5. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

6. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

7. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

8. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

9. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

10. 

In welke zin zijn de leestekens juist gebruikt?

Wederkerende werkwoorden

Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden die een wederkerend voornaamwoord bij zich hebben. Sommige van deze werkwoorden zijn verplicht wederkerend, ze moeten een wederkerend voornaamwoord bij zich hebben. Denk aan: zich vertakken en zich vastklampen.

Andere werkwoorden komen zowel met als zonder wederkerend voornaamwoord voor. We noemen ze toevallig wederkerend (voorbeelden: zich verwonden en zich vermaken).

Zijn de werkwoorden in de volgende zinnen verplicht of toevallig wederkerend?

1. 

Zij amuseren zich prima tijdens hun vakantie in Spanje. 

2. 

Ik geneer me voor haar opmerkingen tijdens de les. 

3. 

De kapper scheert ook zijn baard

4. 

Hij scheert zich nu al elke dag.

5. 

Kunnen wij ons ook abonneren op een podcast die niet in de iTunes Store staat?

6. 

Tijdens die partij ontpopte zij zich als een enorme doorzetter.

7. 

De etalagepop moet nog aangekleed worden.

8. 

Ik vergis me vaker bij het maken van een staartdeling.

9. 

Hij kan zich nu weerzelf aankleden.

10. 

Zij amuseert ons geweldig tijdens haar voorstelling.

Voltooid deelwoord of persoonsvorm?

Welke werkwoordsvorm moet je gebruiken?
- pv tt = persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  of
- VD = voltooid deelwoord en hoe moet dat werkwoord geschreven worden?

1. 

Daarom verhoog.. de bakker binnenkort ook zijn prijzen (verhogen).

2. 

Door de inflatie worden veel prijzen verhoog.. (verhogen).

3. 

Ik berei.. dat gerecht wel vaker (bereiden).

4. 

Dat hebben wij al eerder vermoe.. (vermoeden).

5. 

Ik heb hem niet direct herken.. (herkennen).

6. 

Jij verbeel.. je dat je daar goed in bent (verbeelden).

7. 

Hij heeft de winkel herop.. (heropenen).

8. 

Heeft hij dat echt beloof.. (beloven).

9. 

Hij verafschuw.. al dat zinloze geweld (verafschuwen).

10. 

Dat is daar al vaker gebeur.. (gebeuren).

Opdrachten Alpenjagerslied

Lees, bekijk en luister naar het gedicht en probeer de vragen te maken.

1. 
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?


Een heer die de straat afdaalt 

een heer die de straat opklimt
twee heren die dalen en klimmen 
dat is de ene heer daalt 
en de andere heer klimt 
 
de rechtse  
de linkse de klimmende en de dalende 

2. 
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?


vlak vóór de winkel
van Hinderickx en Winderickx
 
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde hoedemakers 
treffen zij elkaar 
de ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand 
de andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand 

3. 
Rijm - 1

Waar hebben we mee te maken in de volgende regel:
vlak vóór de deur van de winkel?

4. 
Rijm - 2

Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
bloedeigen hoge hoed ?

5. 
Rijm - 3

Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
beroemde hoedemakers ?

6. 

Waarom maakt Van Ostaijen gebruik van deze stijlmiddelen en vormen van rijm?

7. 

Bij het Alpejagerslied gaat het Van Ostaijen vooral om:

8. 

Tot welke stroming moeten we dit gedicht rekenen?

9. 

Wat is er expressionistisch aan dit gedicht? (Meer antwoorden mogelijk)

10. 

Lees ook Sonnet van Burgerdeugd van Edgar du Perron. Wat hebben beide gedichten gemeen?

Tekens bij letters en hoofdletters

Zie ook: Woordenlijst.org en CambiumNed

 

1. 

Wat is de juiste spelling?

2. 

Wat is de juiste spelling?

3. 

Wat is de juiste spelling?

4. 

Wat is de juiste spelling?

5. 

Wat is de juiste spelling?

6. 

Wat is de juiste spelling?

7. 

Wat is de juiste spelling?

8. 

Wat is de juiste spelling?

9. 

Wat is de juiste spelling?

10. 

Wat is de juiste spelling?

11. 

Wat is de juiste spelling?

12. 

Wat is de juiste spelling?

13. 

Wat is de juiste spelling?

14. 

Wat is de juiste spelling?

15. 

Wat is de juiste spelling?

16. 

Wat is de juiste spelling?

17. 

Wat is de juiste spelling?

18. 

Wat is de juiste spelling?

19. 

Wat is de juiste spelling?

20. 

Wat is de juiste spelling?

Opdrachten Lex Barbarorum

Lex barbarorum

Geef mij een mes.
ik wil deze zwarte zieke plek
uit mijn lichaam wegsnijden.

ik heb mij langzaam recht overeind gezet.

ik heb gehoord, dat ik heb gezegd
in een huiverend, donker beven:
ik erken maar éen wet:
léven.

allen, die wegkwijnen aan een verdriet
verraden het en dat wìl ik niet.

Hendrik Marsman
1. 
RIJM 1

Met wat voor een rijm hebben we te maken in: 
regel 1 en 2: mes en plek
en
regel 4 en 5: gezet en gezegd?
Zie rijm en metrum

2. 
RIJM 2

Met wat voor een rijm hebben we te maken in: 
regel 6 en 8: beven en leven
en 
regel 9 en 10: verdriet en niet?

3. 

Het gedicht is een protest tegen?

4. 

Waar staat die zwarte zieke plek (regel 2) voor?

5. 

Wat wil de maker van deze animatie verbeelden?

Animatie Fred Marsman

6. 

Wat zal de wet van de barbaren (Lex Barbarorum) inhouden volgens Marsman ?

7. 

Intens en volledig leven was voor Marsman het antwoord op alle ontreddering en onderdrukking die het leven bedreigen.
Tot welke stroming moeten we hem rekenen?

8. 

Waar komt Marsmans vitalisme vandaan?

9. 

Wat kan zijn levensdrift bedreigen?

Lastige meervouden

Wat is het meervoud van de volgende woorden?

1. 

industrie

2. 

dommerik

3. 

categorieën

4. 

dreumes

5. 

kalf

6. 

logé

7. 

ei

8. 

gelid

9. 

juffrouw

10. 

caissière

11. 

bureau

12. 

lama

13. 

rund

14. 

alinea

15. 

paraaf

Tijd en persoon

In welke tijd en persoon staat de zin? 

  Tijd (klik)

Persoon Enkelvoud Meervoud
Eerste persoon ik  wij (we)
Tweede persoon jij (je); u  Jullie, u 
Derde persoon Hij, zij (ze), het  zij (ze)

 

1. 
Tijd 1?

Hij heeft de hele avond bedorven.

2. 
Persoon 1?

Hij heeft de hele avond bedorven.

3. 
Tijd 2?

Het cadeau komt morgen.

4. 
Persoon 2?

Het cadeau komt morgen.

5. 
Tijd 3?

Wij kwamen gisteren al naar de camping.

6. 
Persoon 3?

Wij kwamen gisteren al naar de camping.

7. 
Tijd 4?

Zij zal het morgen weer proberen.

8. 
Persoon 4?

Zij zal het morgen weer proberen.

9. 
Tijd 5?

Jullie moeten dat wel meebrengen.

10. 
Persoon 5?

Jullie moeten dat wel meebrengen.

11. 
Tijd 6?

Had jij dat niet eerder kunnen doen?

12. 
Persoon 6?

Had jij dat niet eerder kunnen doen?

13. 
Tijd 7?

Zij zullen wel komen helpen.

14. 
Persoon 7?

Zij zullen wel komen helpen.

15. 
Tijd 8?

Zouden jullie dat niet eerder gedaan hebben?

16. 
Persoon 8?

Zouden jullie dat niet eerder gedaan hebben?

17. 
Tijd 9?

Haar moeder heeft haar dat verteld.

18. 
Persoon 9?

Haar moeder heeft haar dat verteld.

19. 
Tijd 10?

U moet daar maar eens goed over nadenken.

20. 
Persoon 10?

U moet daar maar eens goed over nadenken.

Oefening werkwoordspelling

OORLOGSTAAL
krantenkoppen maart 2022

tt = tegenwoordige tijd, vt = verleden tijd en VD = voltooid deelwoord

Wat is de juiste spelling?

1. 

Die plaats is nu volledig omsingel... (VD).

2. 

Het aangekondig... (VD) staakt-het-vuren is mislukt.

3. 

Moskou bestrij... (tt) het hamsteren van voedsel en brandstof.

4. 

Vandaag worden er weer tientallen slachtoffers gemel... (VD).

5. 

Veel burgers ontvluch... (vt) de stad vanwege de voortdurende beschietingen.

6. 

Frietkar uit Genemuiden voe... (tt) duizenden vluchtelingen aan de Poolse grens.

7. 

Op welke informatie hij zijn waarschuwing baseer... (tt), is niet duidelijk.

8. 

Na de aanval laai... (vt) de angst voor een kernramp op.

9. 

De troepen probeer... (vt) de stad te heroveren.

10. 

We wilden niet in een oorlog verzeil... (VD) raken.

11. 

De VN-mensenrechtenorganisatie meld... (vt) een toenemende stroom vluchtelingen.

12. 

Rusland ontken... (tt) de beschuldigingen.

13. 

Het leger heeft veel mensen uit de buitenwijken geëvacueer... (VD).

14. 

Wanneer beëindig... (tt) hij de oorlog?

15. 

De propaganda verlei... (vt) de Russische ziel.