1.
Wat is de literaire stroming?
Galathea
minnaar: Galathea, zie de dag komt aan.Galathea: Neen mijn lief, wil nog wat marren,'t Zijn de starren,Neen mijn lief, wil nog wat marren, 't is de maan.minnaar: Galathea, 't is geen maneschijn.Galathea: Hoe, 't is nog geen één geslagen,Wat zou 't dagen?Hoe? 't Is nog geen één, 't en kan de dag niet zijn.minnaar: Galathea, aanschouw de hemel wel.Galathea: Laas! Ik zie de dagerade't Onzer schade.Laas! Ik zie de dageraad, de tijd is snel.minnaar: Waarom duurt de nacht tot 't avond niet?Vreest ze dat wij met ons beienZonder scheienBlijven zouden tot dat ons de dood verried*.Galathea: Nu, adieu, mijn troost en blijft gezond.Wil mij nog een kusje geven,Och mijn leven!Jont mij nog een kusje van uw blije mond.minnaar: Och mijn leven, kom ik 't avond weer?Galathea: Och mijn moeder mocht het horenEn haar storen,Och zij mocht het horen - maar komt even zeer.minnaar: Galathea, hoe raak ik van uw hals?Laas, de dag en wil niet lijen't Langer vrijen,Dank hebt van uw zachte kuskens en van als.