Oefening werkwoorden met vaste voorzetsels Welk voorzetsel moet hier ingevuld woorden? 1. Ik moet haar nog feliciteren ..... haar verjaardag. met bij over om None 2. Waar ben jij bang ..... ? met naar voor op None 3. Ik moet dat geld nog overmaken .....zijn rekening. op bij van naar None 4. Wil jij wel kennismaken ..... je schoonouders? bij met naar voor None 5. Ik moet altijd lachen ..... zijn opmerkingen. om met naar voor None 6. Het is heel makkelijk om daar kritiek ..... te hebben. voor op met tegen None 7. Ik ben benieuwd hoe zij reageert ..... de nieuwe voorstellen. tijdens tegen over op None 8. Kan jij je wel goed concentreren ..... je werk? met van op in None 9. Hij schijnt daar nogal wat invloed ..... te hebben. bij over op tegen None 10. Hij heeft een hekel ..... huiswerk maken. bij aan onder met None 11. Luister jij nog veel ..... de radio? met naar aan op None 12. Zal hij nog meedoen ..... de Olympische Spelen? bij naar met voor None 13. Je moet je schamen ..... die opmerking. voor om bij door None 14. Tijdens de lockdown houdt niet iedereen zich ..... de regels. aan bij op over None 15. Ga jij je nog inschrijven ..... die nieuwe cursus? met voor bij op None Time's up