Voltooid deelwoord of persoonsvorm?

  1. Welke werkwoordsvorm moet je gebruiken?
    pv tt = persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en VD = voltooid deelwoord
  2. En hoe moet dat werkwoord geschreven worden?

Twee antwoorden aankruisen!

1. 

Hij verafschuw.. al dat zinloze geweld (verafschuwen).

2. 

Ik heb hem niet direct herken.. (herkennen).

3. 

Dat is daar al vaker gebeur.. (gebeuren).

4. 

Door de inflatie worden veel prijzen verhoog.. (verhogen).

5. 

Jij verbeel.. je dat je daar goed in bent (verbeelden).

6. 

Heeft hij dat echt beloof.. (beloven).

7. 

Ik berei.. dat gerecht wel vaker (bereiden).

8. 

Dat hebben wij al eerder vermoe.. (vermoeden).

9. 

Hij heeft de winkel herop.. (heropenen).

10. 

Daarom verhoog.. de bakker binnenkort ook zijn prijzen (verhogen).