De persoonsvorm
Een werkwoord noemen we de persoonsvorm als die in een zin aangeeft:
-
- a. de tijd (tegenwoordige of verleden tijd)
- b. enkelvoud of meervoud
Zie ook Cambiumned persoonsvorm, onderwerp en congruentie.
OEFENING
Wat is de persoonsvorm in de volgende zinnen?