Voegwoord of bijwoord

Bijwoorden kunnen verbindingswoorden zijn.
Als je niet weet waar je mee te maken hebt, moet je proberen een vraagzin van te maken van dat deel van de zin dat met het verbindingswoord begint.
Voorbeelden:
- Weet je wanneer het festival begint? => Wanneer begint het festival? => wanneer = bijwoord
- Dat kan pas als er toestemming is. Met 'als er toestemming is' kun je geen vraag maken.=> als =voegwoord

 

Is het gekleurde verbindingswoord bijwoord of voegwoord?

 

1. 

De leraar had gezegd dat we dit uur film zouden kijken.

2. 

Laten we er mee stoppen voordat het uit de hand loopt.

3. 

Terwijl de stukadoor werkt, staat zijn radio altijd aan.

4. 

Ik had gezien waar hij de telefoon verstopt had.

5. 

Mijn moeder begreep niet goed waarover ik het had.

6. 

Het feest gaat niet door omdat er teveel coronabesmettingen zijn.

7. 

Als je klaar bent met de opdracht, mag je naar buiten.

8. 

Weet je wel hoe een koe een haas vangt.

9. 

Ik kan niet zeggen hoe laat ik morgen kom.

10. 

Ik weet ook niet waarom zij niet komt.