Oefening 2 zinsdelen

Benoem het schuingedrukte zinsdeel.

Selecteer het juiste antwoord.

1. 


Dumoulin heeft de Vuelta verlaten.

2. 

Ajax verspeelde de voorsprong bij Atalanta.

3. 

Hij heeft het hem nog net op tijd gegeven.

4. 

Morgen moet mijn auto naar de garage.

5. 

Vanavond en vannacht blijven de buien actief.

6. 


De winter is dit jaar al vroeg ingevallen.

7. 

Met een automaat mag ik weer autorijden.

8. 

Ten Hag moet nog dagelijks in de spiegel kijken.