Signaalwoorden 3

Tegenstellingen

november 13, 2025

Mensen of dingen die elkaars tegenovergestelde zijn.

1. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


Ik wilde op tijd vertrekken, ____ mijn fietsband was lek.

2. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


De ene leerling werkt snel, de andere ______ heel zorgvuldig.

3. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


___ de zomer warmer wordt, blijven mensen meer vliegreizen boeken.

4. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


___ zegt men “minder overheid”, ___ verwacht men dat die steeds meer problemen oplost.

5. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?



___ de waarschuwingen over privacy, blijven miljoenen mensen TikTok gebruiken.

6. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


Veel jongeren kiezen voor een elektrische auto; ouderen ___ blijven liever bij benzine

7. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


De plannen klinken groen; de uitvoering ___ laat nog op zich wachten

8. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?

Kunstmatige intelligentie kan banen kosten, ___ dat het ook veel nieuwe banen oplevert.

9. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


De premier deed afstand van zijn plan, ___ bleef hij erbij dat het de juiste keuze was.

10. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


___ burgers meer inspraak willen, luisteren politici zelden echt naar hun ideeën

11. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


V
eel partijen beloven minder bureaucratie, de meeste de regels ___ worden juist ingewikkelder.

12. 
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?


U denkt dat het de leraar onverschillig laat? ___ , hij heeft er veel problemen mee.