november 13, 2025
Mensen of dingen die elkaars tegenovergestelde zijn.
1.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
Ik wilde op tijd vertrekken, ____ mijn fietsband was lek.
2.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
De ene leerling werkt snel, de andere ______ heel zorgvuldig.
3.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
___ de zomer warmer wordt, blijven mensen meer vliegreizen boeken.
4.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
___ zegt men “minder overheid”, ___ verwacht men dat die steeds meer problemen oplost.
5.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
___ de waarschuwingen over privacy, blijven miljoenen mensen TikTok gebruiken.
6.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
Veel jongeren kiezen voor een elektrische auto; ouderen ___ blijven liever bij benzine
7.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
De plannen klinken groen; de uitvoering ___ laat nog op zich wachten
8.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
Kunstmatige intelligentie kan banen kosten, ___ dat het ook veel nieuwe banen oplevert.
9.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
De premier deed afstand van zijn plan, ___ bleef hij erbij dat het de juiste keuze was.
10.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
___ burgers meer inspraak willen, luisteren politici zelden echt naar hun ideeën
11.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
Veel partijen beloven minder bureaucratie, de meeste de regels ___ worden juist ingewikkelder.
12.
Welk verbindingswoord moet hier ingevuld worden?
U denkt dat het de leraar onverschillig laat? ___ , hij heeft er veel problemen mee.