Grammatica OEFENINGEN WOORDSOORTEN Oefening woordbenoemingVerwijswoordenOefening werkwoorden Oefening onregelmatige werkwoordenOefening werkwoorden met vaste voorzetsels Het woord HET Oefening naamwoorden Oefening voornaamwoorden Die,dat, deze, dit, wie en wat Dat of wat gebruiken? Wederkerende voornaamwoorden Oefening bijwoorden Bijvoeglijk naamwoord, bijwoord of tussenwerpsel?Voegwoorden of bijwoorden Oefening telwoorden Oefening voorzetsels Oefening na of naar OEFENINGEN ZINSONTLEDINGOefening persoonsvormOefening persoonsvorm en onderwerp Oefening gezegdeOefening lijdend voorwerp Oefening meewerkend voorwerp Oefening bijwoordelijke bepaling Oefening BWB, VV of OVOefening bepaling van gesteldheidOefening 1 zinsdelenOefening 2 zinsdelenOefening samengestelde zin Oefening zinsdeelstukken De woordvolgorde in samengestelde zinnen De wijzen Bepaal tijd en persoon van een zin Oefening passieve (bedrijvende vorm) en actieve zinnen (lijdende vorm)