Willem Elsschot – Het huwelijk

Het huwelijk

Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd
in d’oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard
en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren,
hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar tòch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in eenig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man dien zij hun vader heetten,
bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke’ aanblik bood.

Rotterdam 1910

Lees en beluister het gedicht.
Probeer daarna de vragen te beantwoorden.

1. 
Stijlmiddelen

Elsschot gebruikt in dit gedicht een alexandrijn, een zesvoetige jambe (klik voor meer uitleg). Dat metrum zorgt voor een nogal plechtig taalgebruik waarmee hij de betrekkelijkheid van veel zaken laat zien. Welk stijlmiddel gebruikt hij daarbij? (Zie ook Cambiumned)

2. 
Rijm 1

Welk rijmschema gebruikt hij in het gehele gedicht?

3. 
Rijm 2

De woorden 'vrouw’, ‘vonken’, ‘voorhoofd’ en ‘vrat’ (stofe 1) ‘en 'vloekte’ (strofe 2) vormen een voorbeeld van?

4. 
Beeldspraak 1

Wat voor een vorm van beeldspraak vormen de woorden 'de nevel van de tijd'(vers 1)?

5. 
Beeldspraak 2

Vers 8 'als een stervend paard', wat voor een vorm van beeldspraak gebruikt Elsschot hier?

6. 
Interpretatie 1

Wat gebeurt er met de man in de tweede strofe?

7. 
Interpretatie 2

Waarom bedoelt Elsschot met het woord duivelsplicht in vers 7?

8. 
Interpreatie 3

Leg uit: 'tusschen droom en daad
staan wetten in den weg en praktische bezwaren' (vers 17 -18).

9. 
Interpretatie 4

Wat gebeurt er verhaaltechnisch na de vierde strofe?

10. 
Interpretatie 5

Lees strofe 5 en 6.
Moeten we Elsschot als een vrouwenhater zien?

Schrijfopdracht

      • Schrijf een betoog waarin jij jouw keuze voor een bepaalde samenlevingsvorm verdedigt.
        Of
      • Schrijf een beschouwing waarin je verschillende samenlevingsvormen bespreekt.

Leesdossieropdracht.

Bestudeer  en beschrijf het huwelijksleven van Willem Elsschot en Simon Carmiggelt.

Gebruik in ieder geval de volgende de links:

Wat voor een opvattingen over het huwelijk kom je hier tegen en hoe gingen zij daar in de praktijk mee om?