Vragen G.A. Bredero – Boerengezelschap Beluister en/of lees het gedicht en probeer de vragen te beantwoorden. 1. Rijmschema Wat is het rijmschema van de eerste 5 regels?Vul in en gebruik hoofletters A en B. 2. Genre Met wat voor werk hebben wie hier te maken? ode/lofdicht romantisch drama herdersspel/pastorale volksballade verhalend gedicht None 3. Literaire stroming Wat is de literaire stroming waar we het gedicht toe moeten rekenen? verlichting renaissance barok vroege romantiek None 4. Tegenstellingen 1 Welke tegenstelling speelt in dit gedicht de belangrijkste rol? man - vrouw arm - rijk platteland – stad Amsterdams dialect - dialect van het platteland van Waterland None 5. Tegenstellingen 2 Bredero maakt gebruik van de wij – zij tegenstelling.Aan welke kant staat Brederode? Amsterdammers van laag allooi de heren en de burgers uit de stad de boeren None 6. De moraal Raadt Brederode de Amsterdammers aan om aan dit soort kermisvermaak deel te nemen? ja geen van beide nee None 7. Het kan verkeeren Steeds terugkerende uitdrukking in het werk van Bredero is: "Het kan verkeeren"Wat wil hij daar mee zeggen? Je kan verkering krijgen. Hoe alles in het leven kan veranderen. Het verkeer in Amsterdam is erg druk. Je kan terug naar waar je vandaan komt. None Time's up