Versvormen OEFENING Welke versvorm wordt beschreven? (Zie ook versvormen) 1. gedicht van meestal acht regels met twee rijmklanken. De eerste, vierde en zevende regel zijn hetzelfde, evenals de tweede en achtste regel. ode rondeel sonnet kwatrijn None 2. verhalend gedicht, sprongsgewijs verteld, vaak met een treurige inhoud. hekeldicht naamdicht of acrostichon volksballade ode of lofdicht None 3. kort gedicht met een grappige inhoud kwatrijn emblema rondeel epigram of puntdicht None 4. gedicht van veertien regels bestaande uit twee strofen van vier en twee van drie regels. Na de achtste regel volgt een wending (chute). rondeel ode of lofdicht elegie of klaagzang sonnet None 5. De beginletters van de strofen vormen de naam van degene aan wie het gericht is. emblema naamdicht of acrostichon epigram of puntdicht vrij dynamisch gedicht None 6. gedicht dat aan geen enkele regel (rijm, strofenbouw, metrum …) is gebonden. vrij of dynamisch vers rondeel epigram acrostichon None 7. een gedicht van vier versregels met twee rijmklanken rondeel kwatrijn puntdicht sonnet None 8. gedicht waarin op humoristische wijze gebreken, absurditeiten of wantoestanden worden bekritiseerd (gehekeld). vrij of dynamisch vers emblema hekeldicht kwatrijn None 9. een weemoedig gedicht, vaak over de schoonheid van vroeger en de ellende van het nu of een verloren of onbereikbare liefde ode of lofdicht volksballade elegie of klaagzang sonnet None 10. plaatje met een praatje, afbeelding ter verduidelijking met daarbij een korte kernachtige spreuk epigram acrostichon elegie emblema None Time's up