varkens en zwijnen Wat betekenen de spreekwoorden en uitdrukkingen? 1. Hij zwijnde bij die bal. Dat slaat nergens op. Je moet niet al te kieskeurig zijn. Hij had geluk bij die bal. 2. We zullen het varkentje wel even wassen. Je moet niet al te kieskeurig zijn. Dat slaat nergens op. We zullen dat lastige karwei wel even doen. 3. Dat slaat als een tang op een varken. Je moet niet al te kieskeurig zijn. Heel hard schreeuwen Dat slaat nergens op. 4. Een varken heeft wel een krul in zijn staart. Heel erg dom zijn. Zelfs de allereenvoudigste heeft nog wel iets. Je moet niet al te kieskeurig zijn. 5. 't Varken is op een oor na gevild. Het karwei is bijna klaar. Dat slaat nergens op. We zullen dat lastige karwei wel even doen. 6. Biggen worden ook zwijnen. Kleine kinderen worden ook groot. Niet bij de groten en niet bij de kleinen horen. Je moet niet al te kieskeurig zijn. 7. Zo dom als het achtereind van een varken Heel erg dom zijn Je moet niet al te kieskeurig zijn. Dat slaat nergens op. 8. De een scheert schapen, de ander varkens. Waar veel mensen iets (eten, erfenis krijgen) moeten delen, krijgt men niet veel. Het is ongelijk verdeeld in de wereld. Je moet niet al te kieskeurig zijn. 9. Als 't varken zat is, gooit het de bak om. Heel erg dom zijn. Als iemand zijn doel bereikt heeft, is hij vaak ondankbaar. Je moet niet al te kieskeurig zijn. 10. Tussen zwijn en big zijn. De zaak is bijna klaar. Een boer klaagt zelfs nog als het goed gaat. Niet bij de groten en niet bij de kleinen horen. 11. Paarlen voor de zwijnen Iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen. Waar veel mensen iets (eten, erfenis krijgen) moeten delen, krijgt men niet veel. Ongemanierd eten. 12. Schreeuwen als een mager speenvarken Heel hard schreeuwen Ongemanierd eten Kleine kinderen worden ook groot 13. Eten als een varken Heel erg dom zijn. Ongemanierd eten Heel hard schreeuwen 14. Zij gaan als zwijnen aan de bak. Heel erg dom zijn. Ze gaan zonder bidden eten. Het is ongelijk verdeeld in de wereld. 15. Veel varkens maken de spoeling dun. Waar veel mensen iets (eten, erfenis krijgen) moeten delen, krijgt men niet veel. Je moet niet al te kieskeurig zijn. Het is ongelijk verdeeld in de wereld.