Oefening 1 uitdrukkingen Wat is het ontbrekende woord? Selecteer het juiste antwoord. 1. de ...... ineenslaan vingers handen spijkers gedachten 2. je de ...... van het brood laten eten kaas ham hagelslag pindakaas 3. ...... bij de wijn doen suiker vruchten water ijsblokjes 4. iets op je ...... krijgen blouse hoofd brood gezicht 5. iets in de ...... te brokkelen hebben wijn melk soep pan 6. alle ...... bijzetten zeilen kracht mensen hulp 7. door de zure ...... heen bijten. peer bonen appel citroen 8. als er een ...... over de dam is volgen er meer hond zwaluw geit schaap 9. iemand naar de ...... praten ogen oren mond neus 10. het ...... op de tong hebben eten woord snoepje hart 11. met iemand in ...... gaan water gesprek zee overleg 12. ...... met de riemen die je hebt varen lopen dobberen roeien 13. ...... op de tanden hebben mos haar schuim bloed 14. aan het ...... staan stuur raam begin roer 15. tussen wal en ...... raken boot goederen schip zee