Nieuwe Engelse werkwoorden

Selecteer de juiste vorm in de tegenwoordige tijd.

1. 


Dit jaar ...... (swypen) hij voor het eerst.

2. 


Hij ... (deleten) de niet zo aardige opmerking over zijn vriendin.

3. 


Hij ...... (sms’en) haar niet zo  vaak meer.

4. 


Als zij niet zit te twitteren, ... (e-mailen) zij wel iemand.

5. 


Hij ... (appen) mij bijna dagelijks.

6. 



... (downloaden) jij nog even snel de nieuwste app uit de App Store?

7. 


Zij ... (chillen) daarnaast nog regelmatig met een groot aantal vrienden.

8. 



Ik denk dat haar dochter eerder ...(swypen) dan loopt.