Menno ter Braak – Uit het land van Gulbranssen

Lees het artikel en probeer de vragen te maken.

Vraag 13 is een debatopdracht. Overleg met je docent

1. 
[geschiedenis]
Als je weet dat de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, wanneer zal dit artikel dan geschreven zijn?

2. 
[interpretatie]
In de eerste regel heeft Ter Braak het over: Een van de griezeligste verhalen ...

Wat was er zo griezelig?

3. 
[interpretatie]
Waardoor werden de bewoners van Oslo in eerste reactie gedreven?

4. 
[interpretatie]
Wat is volgens Menno ter Braak de enig juiste reactie?

5. 
[interpretatie]
Want wat was er volgens Ter Braak werkelijk aan de hand?

6. 
[interpretatie]
Hoe zou je de Skandinavische mentaliteit schetsen?

7. 
[interpretatie]
Het weten in Skandinavië is nog niet de helft van hun vertrouwen (halverwege deel 4).

Wat heeft dat voor een gevolgen voor het handelen van de Skandinaviër? (meer antwoorden mogelijk)

8. 
[interpretatie]
Hoe denkt Ter Braak over de Nederlandse lezer?

9. 
[woordenschat]
Wat is de betekenis van:

savoureren

10. 
[versleer]
Rijm

De kater komt later.
Welke twee vormen van rijm zijn hier te herkennen?
Zie ook rijm

11. 
[interpretatie]
Wat wil hij aan het eind van het artikel met het volgende rijm zeggen?

De kater komt later.

12. 
[interpretatie]
Wat bedoelt hij met de laatste zin?

En het gekrijs van de kater is dikwijls de bazuin van het werkelijke leven.

13. 
[debat]

Debatopdracht
In deel 3 heeft Ter Braak het over ‘het beroemde boek van Ortega y Gasset’. Hij doelt dan op het boek La Rebelión de las masas. Het werd in 1932 in het Engels vertaald als The Revolt Of The Masses. In 2015 komt er van Diederik Boomsma een vertaling uit: De opstand van de massamens.

Ortega is in dit boek kritisch over de massamens. Die definieert hij als iemand die zichzelf ziet als gelijk aan ieder ander. Ortega betwijfelt of de massamens in staat is om eigen baas te zijn. Door het ontbreken van idealen zou de señorito satisfecho zich als een zelfvoldaan kind gedragen ten aanzien van de beschaving. Gebrek aan bescheidenheid, zelfkritiek en aan respect voor autoriteit geeft de massamens het gevoel van macht en zucht tot heersen. Dit zou ten koste gaan van de elite. Ook in Nederland wordt het gedrag tijdens de pandemie van de mensen vergeleken met de massamens bij Ortega.

Wat vinden jullie van de het gedrag van de Nederlander als het gaat om de pandemie. Zijn wij te passief en moeten we beter voor onze vrijheden opkomen of moet de regering beter handhaven?