Historische begrippen (B) Wat is de betekenis van de volgende woorden? 1. babyboom geboortegolf na einde van de Tweede Wereldoorlog een verrassingsaanval harde kunsthars kwijtschelding voor God None 2. bakeliet harde kunsthars zwakke plek obstakels rassenscheiding None 3. begijn kwijtschelding voor God Vrouw die haar leven aan het geloof wijdt. gevoelig verlies recht van bescherming None 4. Berlijnse Muur zwakke plek Obstakels die van 1961 tot 1989 West-Berlijn geheel omringden. Door de Duitsers ontwikkelde en toegepaste strijdwijze. het recht van bescherming None 5. Biblebelt Brede strook van Zeeland naar Overijssel. waar relatief veel gereformeerden wonen. aflaat geboortegolf strijd tegen de slavernij None 6. Birma-spoorlijn Tijdens de tweede wereldoorlog onder leiding van Japanners door krijgsgevangenen aangelegde spoorweg in Thailand. spoorlijn in Zuid -Afrika spoorlijn in de 18e eeuw in Zuid Limburg Door vrijwillegers aangelegde spoorlijn van Zeeland naar Overijssel None 7. Blitzkrieg oorlog in Zuid -Afrika tussen de Boeren (Afrikaners) en de Britten een verrassingsaanval of razendsnelle opmars aanval van Bokkenrijders in Zuid-Limburg oorlog in Birma None 8. Boerenoorlogen oorlogen in Zuid -Afrika tussen de Boeren (Afrikaners) en de Britten in de periode 1880 - 1902 oorlogen in Birma aanvalleen van Bokkenrijders in Zuid-Limburg oorlogen tussen boeren in een strook van Zeeland naar Overijssel in de 18 e eeuw None 9. Bokkenrijders welgestelde burgerij een bende criminelen in het huidige Zuid-Limburg tijdens de 18e eeuw strijders tijdens de boerenoorlogen in Zuid-Afrika Mensen die voor weinig geld klussen en slecht werk afleveren. None 10. Bourgeoisie Groep burgers die streeft naar een samenleving zonder regering. Burgerij die het leven aan het geloof wijdt. bende criminelen welgestelde burgerij None Time's up