Examen Nederlands havo 20021

Klik om de teksten te raadplegen.

Welk(e) woord(en) wordt/worden bedoeld?

1. 

begin van de dag

2. 

opschudding

3. 

de hoeveelheid vruchtbaar land en water die iemand nodig heeft om iets te produceren en het afval ervan te verwijderen.

4. 

steeds op dezelfde manier

5. 

normen en waarden die verbonden zijn aan (betaald) werk.

6. 

mensen die overwegend vegetarisch eten, maar af en toe wel een stukje vlees lusten.

7. 

karakter

8. 

tegen

9. 

onheilspellend

10. 

hardwerkend en sober 

11. 

rampzalig

12. 

met goede bedoelingen