Bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijk bepaling zegt iets over het gezegde.

Je vindt bijwoordelijke bepalingen door het stellen van vragen als waarom? waar? waarmee? wanneer? waardoor? hoe? hoelang?

Bij woorden als niet, ook, nou, weer, nog en wel  kun je niet de goede vragen (waar, waarom etc.) stellen. Ze blijven over als je een zin goed ontleedt en we benoemen ze ook als bijwoordelijke bepalingen.

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten. 

Voorbeeld:

Met een e-bike fiets je dat makkelijk in een uur.
met een e-bike (hoe?), makkelijk (hoe?) en in een uur (hoelang?) = bijwoordelijke bepalingen

Meer informatie zie: Onze Taal

 

Oefening bijwoordelijke bepaling

Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in de volgende zinnen?

1. 

Na het fluitsignaal van de scheidsrechter dansten de spelers minutenlang voor de tribunes van hun supporters.

2. 

Na de Giro in 2010 en de Tour in 2015 begint de Vuelta dit jaar in Utrecht met een tijdrit.


3. 

Heb je alweer een ijsje uit de koelkast gehaald?

4. 

Dit jaar gaan we met 4 havo een week naar Barcelona.


5. 

Tijdens de uitzending van Zomergasten verklaarde dichter Lieke Marsman ook haar belangstelling voor ufo's en aliens.



Uitzending bekijken

6. 

Hordenspecialist Femke Bol pakt bij de EK in München op de 400 meter de titel.


7. 

Je moet ook bij de apen gaan kijken.