betekenis leenwoorden

Woorden die van oorsprong niet Nederlands zijn en die we toch als Nederlands beschouwen, noemen we leenwoorden.

Wat is de betekenis van deze leenwoorden? 

1. 

ordner

2. 

schlager 

3. 

apocalyps

4. 

interbellum

5. 

Luctor et Emergo

6. 

platonisch

7. 

radler

8. 

einzelgänger

9. 

ragout

10. 

ad fundum 

11. 

aubade

12. 

cum laude