Opdrachten Het schrijverke – Guido Gezelle Lees en beluister het gedicht. Probeer daarna de vragen te beantwoorden. 1. Versvormen 1 Uit hoeveel kwatrijnen is het gedicht opgebouwd? 1 2 11 0 None 2. Versvormen 2 Wat is het rijmschema van de eerste acht versregels? ABAB EFEF ABAB CDCD EFEF GHGH GHGH IJIJ None 3. Rijm 1 Van wat voor rijm maakt Gezelle gebruik in versregel 1?O Krinklende winklende..... assonantie of klinkerrijm alliteratie of beginrijm volrijm rime riche (rijk rijm) None 4. Rijm 2 Waar maakt Gezelle gebruik van in versregel 7?gij wendt en gij weet uwen weg zo wel assonantie of klinkerrijm alliteratie of beginrijm volrijm rime riche (rijk rijm) None 5. Stijlfiguren Welke stijlfiguur wordt er gebruikt in de versregels 25 - 28? Zijn ‘t visselkes daar ge van schrijven moet?Zijn ‘t kruidekes daar ge van schrijft?Zijn ‘t keikes of bladtjes of blomkes zoet, retorische vraag paradox parallellisme understatement None 6. Beeldspraak 1 Schrijvertjes (Gyrinidae) zijn kevers die leven op en in het water. Ze bewegen snel over het wateroppervlak.Wat voor beeldspraak gebruikt Gezelle als hij de kevers aanduidt als schrijverkes? vergelijking metafoor metonymia personificatie None 7. Beeldspraak 2 Wat voor beeldspraak gebruikt Gezelle in versregel 30?of is ‘et het blauwe gewelf vergelijking metafoor metonymia personificat1e None 8. Interpretatie Waarom maakt Gezelle veel gebruik van verkleinwoorden (schrijverke, oorkes, stondeke,..) en personificaties (het schrijverke praat, draagt een kabotseken,...)? Hij schrijft het gedicht voor kinderen Hij vindt het leuke insecten, om er zijn genegenheid mee te tonen. Gezelle heeft altijd een nogal kinderlijk taalgebruik. None 9. Literaire stroming Tot welke literaire stroming kan je gedicht rekenen? renaissance barok impressionisme expressionisme None 10. Themathiek Wat is het belangrijkste thema in het gedicht? Verbazing over het gedrag van het diertje Liefde voor de natuur De liefde voor de natuur en God Geloof None Het schrijverke gezongen