Opdrachten – Het einde

1. 

Hoe zou je de gevoelens van de ik-figuur in het verleden (eerste strofe) omschrijven?

2. 

Welke ontwikkeling maakt hij in het verloop van de tijd door?

3. 

Wat is een goede titelverklaring?

4. 

Wat zal Slauerhoff bedoelen met ‘die laatste smalle ree van hout in zand'?

5. 

Wat is het belangrijkste motief/thema in dit gedicht?

6. 

Tot welke literaire stroming moeten we dit gedicht rekenen?