Opdrachten Paul van Ostaijen – Alpejagerslied

Beluister het lied.

Lees, bekijk en luister naar het gedicht en probeer de vragen te maken.

1. 
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?


Een heer die de straat afdaalt 

een heer die de straat opklimt
twee heren die dalen en klimmen 
dat is de ene heer daalt 
en de andere heer klimt 
 
de rechtse  
de linkse de klimmende en de dalende 

2. 
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?


vlak vóór de winkel
van Hinderickx en Winderickx
 
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde hoedemakers 
treffen zij elkaar 
de ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand 
de andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand 

3. 
Rijm - 1

Waar hebben we mee te maken in de volgende regel:
vlak vóór de deur van de winkel?

4. 
Rijm - 2

Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
bloedeigen hoge hoed ?

5. 
Rijm - 3

Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
beroemde hoedemakers ?

6. 

Waarom maakt Van Ostaijen gebruik van deze stijlmiddelen en vormen van rijm?

7. 

Bij het Alpejagerslied gaat het Van Ostaijen vooral om:

8. 

Tot welke stroming moeten we dit gedicht rekenen?

9. 

Wat is er expressionistisch aan dit gedicht? (Meer antwoorden mogelijk)

10. 

Lees ook Sonnet van Burgerdeugd van Edgar du Perron. Wat hebben beide gedichten gemeen?