Lees, bekijk en luister naar het gedicht en probeer de vragen te maken.
1.
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?
Een heer die de straat afdaalt
een heer die de straat opklimt
twee heren die dalen en klimmen
dat is de ene heer daalt
en de andere heer klimt
de rechtse de linkse de klimmende en de dalende
2.
Welk stijlmiddel wordt hier (groen) gebruikt?
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx
vlak vóór de winkel van Hinderickx en Winderickx van de beroemde hoedemakers
treffen zij elkaar
de ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand
de andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand
3.
Rijm - 1
Waar hebben we mee te maken in de volgende regel:
vlak vóór de deur van de winkel?
4.
Rijm - 2
Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
bloedeigen hoge hoed ?
5.
Rijm - 3
Waar hebben we mee te maken in de volgende regels:
beroemde hoedemakers ?
6.
Waarom maakt Van Ostaijen gebruik van deze stijlmiddelen en vormen van rijm?
7.
Bij het Alpejagerslied gaat het Van Ostaijen vooral om:
8.
Tot welke stroming moeten we dit gedicht rekenen?
9.
Wat is er expressionistisch aan dit gedicht? (Meer antwoorden mogelijk)