1.
Wat is de betekenis van?
2.
Wat is het perspectief?
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt.
3.
Wat wordt bedoeld?
Voorrede, monoloog die dient als inleiding voor het te spelen stuk.
4.
Wat wordt bedoeld met ?
5.
Welk begrip wordt bedoeld?
Spanning creëren door op een belangrijk moment het verhaal af te breken.
7.
Wat wordt bedoeld met?
8.
Wat is een personage dat ?
Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie spreek je van een ... ?
9.
Wat wordt bedoeld met?
10.
Wat is de functie van de volgende zinsnede in een verhaal?
Na die ontmoeting zagen wij elkaar een half jaar lang bijna dagelijks.