Lees en/of beluister het gedicht en probeer de vragen te beantwoorden.
Zie de pagina: Rijm en metrum
2.
Waar lijkt het rijmschema het meest op?
3.
Hoe vaak kom je het getal 7 tegen? Waarom zo vaak?
4.
Van wat voor soort rijm is er sprake in de regels 9 en 10?
Zeven maal over de zeeën te gaan
zeven maal, om met zijn tweeën te staan.
5.
Van wat voor soort rijm is er sprake in de regels 2 en 3:
als het zou moeten op handen en voeten;
zeven maal, om die éne te groeten
6.
En in regel 7 en 8?
Schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
Kon uit de dood ik die éne doen keren.
8.
De zin 'Zeven maal om de aarde te gaan'
Kom je 3 x tegen. Waarom?
9.
'als het zou moeten op handen en voeten' (regel 2)
Waarom gebruikt de dichteres deze vergelijking?