Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden
De werkwoorden hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen noemen we onregelmatige werkwoorden Deze werkwoorden hebben soms afwijkende vormen in de tegenwoordige tijd en ook de verleden tijd is vaak onvoorspelbaar.
Meer informatie: Onze Taal

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm.

tt = tegenwoordige tijd; vt = verleden tijd

1. 

Zij .... (vt) op school.

2. 

.... (tt) u mevrouw Jansen?

3. 

Mijn naam .... (tt) Mathilde.

4. 

Harry en Hans .... (tt) al jaren vrienden.

5. 

Jij ....(vt) dat toch zullen doen?

6. 

.... (tt) je wat harder praten?

7. 

U .... (vt) dat vroeger toch ook?

8. 

Het .... (tt) ook wel wat meer zijn.

9. 

Ze .... (vt) dat toen nog niet.

10. 

Ik .... (vt) dat echt niet.

11. 

.... (tt) je me even helpen?

12. 

We wilden (vt) allemaal wel zo’n feestje.

13.