varkens en zwijnen

De een scheert schapen, de ander varkens.

We zullen het varkentje wel even wassen. 

Tussen zwijn en big zijn. 

Eten als een varken

Schreeuwen als een mager speenvarken

Dat slaat als een tang op een varken.

Zo dom als het achtereind van een varken 

Veel varkens maken de spoeling dun.

Hij zwijnde bij die bal. 

Zij gaan als zwijnen aan de bak.

't Varken is op een oor na gevild. 

Paarlen voor de zwijnen

Een varken heeft wel een krul in zijn staart. 

Als 't varken zat is, gooit het de bak om. 

Biggen worden ook zwijnen.